Het wettelijk pensioen is vaak niet voldoende om de uitgaven op pensioenleeftijd te financieren. Daarom heeft de wetgever een aantal fiscale incentives in het leven geroepen om je te stimuleren zelf een aanvullend pensioenkapitaal op te bouwen. Dit aanvullend pensioenkapitaal kan dan op pensioenleeftijd worden gebruikt om te voorzien in jouw uitgaven.
In deze reeks gaan we dieper in op de 2de en 3de pensioenpijler . De reeks sluit af met de individuele pensioentoezegging voor zelfstandigen (2de pensioenpijler).
Wat is een individuele pensioentoezegging?
Een bedrijfsleider kan via zijn vennootschap een individuele pensioentoezegging (IPT) afsluiten. Dit is een verzekering die voorziet in een aanvullend pensioenkapitaal voor de bedrijfsleider, waarbij de premies betaald worden door de vennootschap. In principe is de premie voor de vennootschap aftrekbaar, en levert dit dus een belastingvoordeel op aan het toepasselijke tarief in de vennootschapsbelasting (in principe 25%).
Hoeveel mag de vennootschap storten in een IPT?
De 80%-grens
De fiscale voordelen zijn echter niet onbegrensd. Er moet immers rekening worden gehouden met de zogenaamde 80%-grens.
Deze regel houdt in dat de premies die voor een individuele pensioentoezegging worden gestort fiscaal aftrekbaar zijn voor zover het totaal pensioen van de begunstigde over de hele loopbaan, dit wil zeggen het wettelijk pensioen en het aanvullend beroepsgebonden pensioen samen (IPT, VAPZ,…), in jaarrente uitgedrukt, niet meer bedraagt dan 80% van de laatste normale bruto jaarbezoldiging.
Voor de berekening van deze 80%-regel mag enkel rekening gehouden worden met de periodieke bezoldiging. Voordelen van alle aard mogen enkel opgenomen worden indien ze regelmatig door de vennootschap worden aangerekend. De regelmatige inhouding van bedrijfsvoorheffing wordt hierbij courant als beoordelingscriterium gehanteerd.
De berekening van de 80%-grens is afhankelijk van verschillende parameters (bezoldiging, voordelen alle aard, loopbaan, aanvullend beroepsgebonden pensioen,…). Om te vermijden dat een gedeelte van de gestorte premie wordt verworpen als beroepskost omwille van een overschrijding van de 80%-grens, is het aangewezen om de IPT-premie jaarlijks te evalueren.
Hoe hoger de bezoldiging, hoe hoger de premie die je kan storten in een IPT. Is het dan aangewezen om de bezoldiging op te trekken, om een zo hoog mogelijk pensioenkapitaal op te bouwen? Dat is niet altijd het geval. Een hogere bezoldiging wordt immers belast in de personenbelasting, waar de belastingtarieven oplopen tot 50%. Zo kan het voordeel van het storten van een hogere premie in een IPT in belangrijke mate uitgewist worden door deze hogere personenbelasting. Het komt er met andere woorden vooral op aan om een goed fiscaal evenwicht te vinden tussen het toekennen van een bezoldiging, het storten van een premie in een IPT en andere manieren om gelden naar je privévermogen over te brengen (zoals het toekennen van een dividend).
Bijkomende storting via backservice
Via een backservice, of ook wel inhaalpremie genoemd, heb je de mogelijkheid om bijkomende premies te betalen voor fiscale ruimte die je in het verleden nog niet hebt benut.
Deze inhaalpremie is voor de vennootschap volledig aftrekbaar, op voorwaarde dat de 80%-grens gerespecteerd wordt.
Premietaks
Op de premie is een premietaks van 4,4% verschuldigd. Wanneer er bijkomende risicodekkingen (zoals bijvoorbeeld een rente ingeval van arbeidsongeschiktheid) voorzien zijn, is er op de premie die deze dekkingen financiert een premietaks van 9,25% van toepassing.
Wanneer wordt het aanvullend pensioenkapitaal uitgekeerd?
De uitkering van de tweede pijler-pensioencontracten is slechts mogelijk op het moment dat je recht hebt op een (vervroegd) pensioen. De contractuele eindleeftijd heeft hierop geen invloed. Een 2de pijler-pensioenkapitaal moet dan ook worden uitgekeerd bij de effectieve ingang van het (eventueel vervroegd) wettelijk pensioen en mag worden uitgekeerd eens je het recht opent op een (vervroegd) wettelijk pensioen.
Taxatie bij uitkering?
Bij uitkering zal het opgebouwde kapitaal belast worden. De hoogte van deze taxatie is afhankelijk van de leeftijd op het moment van uitkering. Wanneer je een loopbaan van 45 jaar achter de rug hebt of je blijft effectief actief tot de wettelijke pensioenleeftijd, dan kan je genieten van een verlaagd tarief.
Sinds 1 januari 2025 is de wettelijke pensioenleeftijd verhoogd naar 66 jaar. Voor uitkeringen vanaf 1 januari 2025 kan de eindtaxatie op een IPT als volgt worden weergegeven:
Je dient het pensioenkapitaal aan te geven in de personenbelasting, waardoor er bovenop deze eindtaxatie ook nog gemeentelijke opcentiemen van toepassing zijn. Daarnaast is er ook een RIZIV-en solidariteitsbijdrage verschuldigd die (samen) kan oplopen tot 5,55%.
Vastrentend of beursgenoteerd?
Voor een IPT heb je veelal de keuze tussen drie formules: een tak 21-verzekering, een tak 23-verzekering of een combinatie van beide.
Wanneer je kiest voor een tak 21-verzekering geniet je een vast jaarlijks rendement, eventueel aangevuld met een winstdeelname. Je hebt geen risico op kapitaalverlies, maar daar tegenover staat evenwel dat de gegarandeerde rendementen op vandaag eerder laag zijn.
Kies je daarentegen voor een tak 23-verzekering, dan is het rendement afhankelijk van de beurs en dus niet gegarandeerd. Je hebt bovendien geen kapitaalgarantie. Floreren de aandelen- en obligatiemarkten, dan zal de tak 23-verzekering deze trend in principe volgen. Als de aandelenmarkten daarentegen crashen, dan loop je het risico op kapitaalverlies.
Verder kan je beide mogelijkheden combineren, een zgn. ‘tak 44’-verzekering. In dergelijke polis kan je zelf de verhoudingen tussen het gedeelte tak 21 en tak 23 afstemmen op jouw beleggersprofiel.
Voorschot of inpandgeving IPT
Een IPT kan ook worden aangewend voor de financiering van investeringen in vastgoed.
Via de opname van een voorschot op een IPT kan je doorgaans 60 à 70% van wat je al bij elkaar spaarde in de IPT, de zogenaamde reserve, als voorschot opvragen voor de aankoop, bouw of verbouwing van vastgoed. Er moet wel worden benadrukt dat deze mogelijkheid steeds contractueel moet voorzien zijn om hiervan gebruik te kunnen maken.
Een andere mogelijkheid is om de waarde van de opgebouwde reserve van de IPT in pand te geven bij de financiële instelling die het benodigde krediet verstrekt. De polis dient dan als garantie voor de terugbetaling van de lening voor de aankoop, bouw of verbouwing van vastgoed.
Aan de inpandgeving zijn doorgaans geen kosten verbonden. De aanwezige reserves van de polis worden immers – in tegenstelling tot een voorschot – niet daadwerkelijk opgenomen.
Regeerakkoord: pensioenhervorming
De pensioenhervorming zoals voorzien in het federaal regeerakkoord , bevat ook enkele veranderingen op vlak van aanvullende pensioenen.
Zo zou de berekeningswijze van de 80%-regel hervormd worden. Er zal onder meer rekening worden gehouden met een gemiddeld loon over de laatste jaren van de loopbaan, om abnormale verhogingen van het loon te voorkomen.
Tevens is een verhoging van de solidariteitsbijdrage (op heden 0% tot 2%) voorzien. Voor pensioenkapitalen van meer dan € 150.000 zou die solidariteitsbijdrage op het overschrijdend gedeelte worden opgetrokken.
Verder zou het niet meer mogelijk zijn om een voorschot op een IPT op te nemen om een vastgoedinvestering te verrichten, behalve voor de enige eigen woning.
De maatregelen in het regeerakkoord zijn nog niet definitief. Ze moeten nog verder worden uitgewerkt en goedgekeurd.
Lore Ockier
Expert fiscale en familiale planning